En toen was ik 576 dagen verder en is het gewoon niet meer zo’n groot onderwerp.
Ik ga naar feestjes, vermaak mij goed, ben sociaal, kan met aandacht luisteren naar anderen en weet de volgende dag nog exact met wie en waar ik over gesproken heb. (Waar ik vroeger de volgende dag geen idee meer had welke intieme details ik had uitgewisseld met wie dan ook).
Ik heb uitgebreide diners, buiten de stad, zonder wijn. Ik haal mensen op en breng ze midden in de nacht veilig thuis. Als ik een korte nacht heb, door een feestje, etentje of gewoon onrust, heb ik daar geen last van. Ik kan ‘het hebben’. (Waar ik vroeger uberhaupt zou weigeren buiten de stad uiteten te gaan, of mijzelf de halve avond op zou vreten omdat ik naar huis wil om mijn drankjes te drinken. Dat uiteten gaan zonder drank leuk kon zijn, kon ik mij niet voorstellen, en nu begrijp ik niet waarom ik alles moest overgieten en verdoven met wijn).
Ik ben (weer) alleen op een prachtige reis geweest, alcohol speelde vrijwel geen rol. Soms kwam er een mooi glas witte wijn op een dienblaadje voorbij, waarvan ik dacht: “hmmmm lekker”. Maar vrijwel direct erachteraan: “één glas kon je nooit, dus nu ook niet en bovendien, waarom zou je ooit nog dit risico willen lopen?”
Ik date zonder alcohol. Ik zeg zonder daar uitvoerige verklaringen aan toe te voegen: ik drink geen alcohol.
En het allerbelangrijkste: ik vertrouw mezelf. En daarmee bedoel ik: ik neem mijzelf serieus. Als ik (al is het maar een subtiel fysiek signaaltje) mij ergens onprettig over voel, meestal gerelateerd aan grenzen stellen, giet ik niet een glas of fles wijn naar binnen, maar vraag ik mij oprecht af wat er speelt en of ik ergens in moet grijpen. Dat heeft tot nu toe al geresulteerd in twee serieze interventies, waarbij iemand over mijn grenzen dreigde te gaan (en vooral ik over de mijne), en ik mezelf een boel gedoe bespaard heb door te zeggen: “Nee, dit wil ik niet”.
En dat kon ik dus niet. Ik overgoot elk onplezierig gevoel met wijn. Waar ik me vervolgens schuldig over voelde, hetgeen een onplezierig gevoel op zich is, en dus weer aanleiding geeft tot de wens om te verdoven. Ik voelde (en was) mij voortdurend onduidelijk schuldig, alsof er iets structureel fout zat in mij, en in wezen was dat ook zo. Want ik leefde dag in dag uit met een megaprobleem, dat ik, zo goed en zo kwaad als het kon, probeerde te verbergen voor mijzelf en de buitenwereld.
Sluimerende zelfverachting is desatreuzer dan ik ooit had kunnen verzinnen. En dat merk je pas echt op, op het moment dat het verdwijnt. Ik ben 100 maal minder impulsief, kan ergens écht een nachtje over slapen, ik ben minder snel boos of van slag, herstel sneller en ben minder bang voor lastige gevoelens of gedachten. Ik kan het leven gewoon aan, met alle leuke en minder leuke aspecten.
Let wel, ik blijf ongeduldig, ambitieus en lui tegelijk, ik raffel dingen af en ben streng voor mezelf. Ik sport een beetje erg fanatiek en ik ben iets te druk met mijn gewicht en het aantal kcal dat ik eet. Ik ben te kooplustig, grenzeloos en een zeer matige huisvrouw. Ik ben soms te veel met mijzelf bezig, onattent en onnadenkend. Maar ik drink nooit meer zo veel dat ik dit niet meer zie, of niet meer bij kan sturen. En ik kan zien dat ik over de gehele linie best leuk, lief, initatiefrijk en veerkrachtig ben.
En ik drink geen alcohol. Nooit meer. En ik ben nog elke dag dankbaar voor de dag waarop ik tegen vriendin B zei: Het gaat niet goed met mij, volgens mij heb ik een probleem. Als ik toen had geweten wat ik in gang zou zetten, had ik er niet aan durven beginnen. Onder geen beding. Maar tijd, geduld en echte steun uit je omgeving kunnen een onvoorstelbare wending in je leven teweegbrengen.