Dag 334 als ex-drinker: hoe lastig mag ik eigenlijk zijn?

Midden in de nacht schrik ik wakker. Drie uur. Ik weet meteen dat het mis is, vlagen van de afgelopen avond komen boven. Oh mijn god, heb ik gedronken? Ja, ik heb gedronken, heel veel ook, volgens mij. Ik was op een feestje (denk ik), een zeilvereniging (?), en heb kennelijk bedacht dat ik wel een drankje mocht? Het is geweldig uit de hand gelopen, vermoed ik, schuld en schaamte overspoelen mij. Volgens mij heb ik ook ruzie gemaakt en iets per ongeluk kapot gemaakt. Iets waar ik nog een verhaal van moet maken, bedenk ik, terwijl paniek zich van mij meester maakt. Hoe heb ik zo stom kunnen zijn? Na bijna een jaar alcoholvrij overstag gaan? Telt dit? Kan ik het nog terugdraaien? Ben ik zo kansloos dat ik ook meteen grenzeloos gedronken heb? Hoe ga ik dit aan mijn omgeving vertellen? Is dit echt gebeurd, vraag ik mij af? Ik draai mijn hoofd wat heen en weer en bedenk: ik heb geen kater. Zou het een droom kunnen zijn, oh, laat het alsjeblieft een droom zijn. Nog eens met mijn hoofd draaien en schudden, nee, echt geen hoofdpijn. Langzaam word ik wakker, oh god gelukkig, ik heb het gedroomd.

Deze droom zet mij aan het denken, waar komt deze angst vandaan? Wat maakt dat ik bang ben in een keer de controle te verliezen? En ook: ik wil dit dus echt niet. Ik wil geen alcohol, ik ben er klaar mee, ik wil nooit meer wakker worden met de vraag of ik mij volslagen belachelijk heb gemaakt de afgelopen avond, met een droge mond, hoofdpijn en een overweldigend schuldgevoel.

Alcohol nam het afgelopen weekend een prominentere plek in dan gebruikelijk. De helft van ‘het dorstige stel’ kwam eten en logeren, er waren meerdere flessen wijn in huis en er werd veel aandacht gericht op het “ik-drink-wel-en-jij-drinkt-niet gegeven”. Lastig. Ik wil anderen niet het gevoel geven dat ze niet zichzelf mogen zijn en zich niet vrij kunnen voelen, maar vind het ook vervelend dat er wijn in huis is. Niet omdat ik bang ben de verleiding niet te kunnen weerstaan, maar omdat het toch raar voelt een middel in huis te hebben waar ik bijna aan ten onder was gegaan. Waar de ander dan zo van zit te genieten. Tegenover mij. Aan dezelfde tafel waar we samen ook zo veel gedronken hebben.

Het onderwerp wordt weer zo beladen dat ik er later dit weekend een felle discussie met goede vriend Gijs over krijg. Hij doet eigenlijk niets anders dan benoemen dat het anders is nu ik niet meer drink en dat ik het geromantiseerde beeld van wijn wel erg om zeep probeer te helpen. Ik reageer giftig, sta te trillen op mijn benen. Het maakt me razend, zonder duidelijke argumenten. Ik dacht dat hij mijn maatje was hierin, dat hij doorziet dat alcohol troep is en dat hij t.z.t. ook wel een keer stopt en dat we in de tussentijd fijn onze eigen gang gaan. Ik begin te huilen, ongebreideld te janken. Schrik van deze heftigheid. Begrijp niet waarom ik zo boos en verdrietig ben. Gijs zegt: joh, het is gewoon (nog) een sterk beladen onderwerp voor je. Ik word boos, ik doe zo mijn best om anderen geen last te laten hebben van mijn strijd, maar dat lukt dus kennelijk onvoldoende. Ik wil niet dat anderen last van mij hebben, en zeker niet als dat niet redelijk is. Dat is de eindconclusie. Gijs zegt: Maar Anne, dit mag toch gewoon er zijn? Jij mag toch ergens last van hebben, of dat terecht is of niet, of alcohol nou stom is of niet? Alsof jij boos op mij wordt als ik opnieuw depressief zou worden.

Oh ja, denk ik, dat klopt wel een beetje. Ik wil niet dat iemand last van mij heeft en al helemaal niet als iets naar mijn eigen idee ‘mijn probleem, schuld, gekte’ betreft. Dus kijk ik scherp naar wat de ander van mij verwacht, probeer me daarin te wurmen. Negatieve gevoelens mogen alleen een plek krijgen als ze ‘terecht’ zijn, volgens mijn eigen complexe regels. Vooral in relaties ben ik hier goed in. Ik ga bijvoorbeeld niet vroeg naar bed als ik moe ben, als dat niet past binnen wat de ander als ‘normale bedtijd’ hanteert. Ik voeg me naar die ander (de ander mag geen last hebben van mijn ‘onterechte’ vermoeidheid). Tot ik na veel dagen te weinig slaap uiteindelijk boos word van vermoeidheid. En die ander stiekem verwijt dat ik te weinig slaap.

Een ander mag geen last hebben van mijn strijd tegen alcohol. Dus poets ik wijnglazen op, ontkurk en schenk ik wijnen, zeg ik dat het allemaal prima is, drink maar lekker, het is allemaal oké, zonder rekening te houden met wat dit met mij persoonlijk doet. En dat is beperkt houdbaar. Want dan word ik boos en moet ik huilen….Dit blijft het moeilijkste: hoe verhoud ik mij tot alcoholgebruik in mijn omgeving, wat mag ik wel en wat mag ik niet?

Maar vriend Gijs zegt: Je mag lastig zijn en iets doen of zeggen of voelen dat wij niet leuk of confronterend vinden. Ongeacht het onderwerp en of het nou terecht is of niet. Onze vriendschap kan wel iets hebben. Nou dat moest ik even in laten werken. En nog meer tranen over laten.

Toen heb ik hem maar een glas resterende wijn ingeschonken en zelf een stuk chocola genomen. Iedereen gelukkig.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s