Het is Hemelvaartsdag en een van mijn leenkinderen is er. Aangezien ze niet van mij zijn, mag ik ongegeneerd over ze opscheppen. Dit is de oudste: 22 jaar, intelligente studente, geweldig gezelschap en ook nog bloedmooi (ziet ze zelf niet, maar ze is werkelijk stunning). De zon schijnt en we chillen wat in de tuin. Ik drink al 139 dagen geen alcohol meer en toch word ik één keer overvallen door een wijn-wens-gedachte.
Nog niet zo lang geleden waren dit soort zonnige vrije dagen koren op mijn molen geweest en had ik rond het middaguur wel een flesje van het één of andere opengetrokken. Om vervolgens de rest van de dag in licht benevelde toestand door te brengen. En uiteindelijk liep het dan uit de hand (meer gasten, te luide muziek, boze buren) of wilde ik gewoon naar bed. Om 20 uur ’s avonds.
Toch waren zulke dagen ook echt leuk en heb ik veel plezier gehad. De dagen die ik mij kan herinneren dan. Ik was cool en iedereen kwam hier graag over de vloer. Ook omdat er veel gedronken en gerookt werd. Gezongen en gefeest. Gelachen en gedanst.

Ik realiseer mij dat we ‘dat ene glas’ vaak sterk idealiseren. De romantiek van dat ene glas prosecco op een mooie zomermiddag. Een koud biertje op een terras. Een mooie bel chardonnay bij een fancy diner. We zijn goed geconditioneerd en de alcohol marketing club heeft goed vat op mij gekregen. Het bleef namelijk nooit bij één glas. En hemel, wat heb ik graag gewild dat het bij één glas kon blijven. Of vooruit 2. Nou ja, een halve fles kan ook. Maar dan is het klaar. Maar na drie glazen maakt het allemaal niet meer uit en gaat de rest van de fles ook naar binnen. En hemel, wat heb ik mij rot gevoeld na zulke dagen. Er zijn avonden die ik mij nu nog met het schaamrood op mijn kaken herinner. Harde woorden die gevallen zijn, vrienden die elkaar ‘de waarheid’ menen te moeten vertellen met veel te veel wijn achter de kiezen. Zelfs tegen mijn oudste aanplakkind ben ik wel eens onnodig ‘hard’ geweest.
Ik vertel haar kort iets over mijn wijngedachte. We moeten een beetje lachen om mijn voorbije gulzigheid. Zij heeft ook iets heel moeilijks overwonnen in haar jonge leven en we fluisteren even tegen elkaar: “Ben best wel trots op je”. Als ze weggaat krijg ik een enorme knuffel en een ‘love you’.
En dan nog denk ik als ze weggaat: ik heb zin in wijn. Hoe stom is dat?Heerlijke dag met alles wat mijn hartje begeert en ik wil een glas ethanol. Ik doe het niet, wil het niet, maar ik baal van de gedachte. Ik app mijn nuchtere vriendin (mijn grote zus in nuchterheid, altijd goed voor een advies of iets waar ik heel hard om moet lachen). Zij zegt: Hé! Lief zijn, je bent niet dom, het pad is gewoon goed ingesleten. Ze heeft zo gelijk…..Tijd om nieuwe paadjes aan te leggen in mijn brein. Ik zet een muziekje op en schreeuw even mee met zielige liedjes. ’s Ochtends word ik fris en fruitig wakker. Weer een obstakel overleefd.