Met beste vriend Gijs ben ik op een Waddeneiland. Dat doen we elk jaar en dat gaat elk jaar gepaard met veel drankgebruik. Althans in ieder geval mijnerzijds. Niet dat Gijs erin spuugt, maar mijn inname was toch altijd van een andere orde. Gijs wist nog niet van mijn recente inzicht en dito nieuwe gedrag: geheelonthouding en een lichte obsessie met het onderwerp ‘drank’. In de week voorafgaande aan deze trip vraagt hij of ik op het eiland wel een drankje ga doen. Dit is een gevaarlijke vraag…. Hij weet (nog) niet hoe groot de omvang mijn probleem is en heel even ontvouwt zich een snood plan in mijn gedachten.
Ik zou natuurlijk alleen hier met Gijs dit ‘zogenaamde probleem’ even opzij kunnen schuiven. Als hij het kennelijk geen probleem vindt, valt het vast allemaal wel mee en kan het ons geheimpje zijn. Dan kunnen we wijn drinken en alle stress van deze week even achter ons laten. Maar het idee dat ik mij daar mee bezig zou moeten houden, geeft op voorhand stress. Hoeveel dan, wanneer dan, hoe dan daarna? Waar ik echt geen trek in heb is om weer geobsedeerd te zijn daardoor, door de ober, de resterende hoeveelheid wijn in de glazen en de vraag hoe het hierna nu weer verder moet.
Dus dat is een slecht plan. Ik app Gijs dat ik echt geen alcohol meer drink en dat ik tot de conclusie ben gekomen dat mijn probleem wel een serieuze omvang kent. En dat ik hem er nog over zal bijpraten. Gelukkig hebben we daar alle tijd voor. Ik vertel hem tijdens lange wandelingen over het strand over mijn geworstel van de laatste jaren, de strijd die ik elke dag verloor, de reden dat ik nooit later op de avond wilde afspreken (want dat paste niet in drink planning en het feit dat ik waarschijnlijk vroeg naar bed wilde). Ik laat hem stukjes van de blog lezen en vertel over hoe ik tot de conclusie ‘geen drank meer’ ben gekomen. Hij realiseert zich steeds meer dat hij het totaal onderschat heeft en geeft een paar observaties. Over hoe ik bij de lunch vaak al gulzig was met grote glazen witte wijn. Ik schaam me en wil het minimaliseren. Maar doe het niet. Gijs worstelt al jaren met het stoppen met roken, dus begrijpt het best, maar toch ook niet helemaal.
Soms krijg ik het idee dat andere mensen mijn probleem van zeer uitzonderlijke proporties maken. “Oh ja, ik snap je, maar zo erg is het bij mij niet, hoor’. Dat zal enerzijds waar zijn, niet iedereen heeft zo’n problematische relatie met drank. Anderzijds (en dat wordt bevestigd door het ruim drinkende publiek om mij heen in de plaatselijke horeca) denk ik ook dat vrijwel alle mensen die drinken eigenlijk te veel drinken en niet goed zien wat het met hun gedrag doet. Het is niet aan mij om ze daar op te wijzen, maar toch…. Gijs neemt zich voor om zich in de avond in te houden met drankjes. Voor mij hoeft dat echt niet, ik wil hem echt niet beperken, bovendien is de drank overal om mij heen: goede oefensituatie. Zijn ingehouden drinken behelst: een dubbel bier, een glas wijn en een glas sherry bij de borrel en een halve fles wijn bij het eten. Ik geloof niet dat het mij irriteert, maar ik tel het wel. Exact. En meld het nu aan jullie. Weet niet goed waarom. Ik weet niet eens of ik het veel vind. Is dat veel? Of weinig? En doet het ertoe?
De avond verloopt supergezellig. Ik blijf een lichte obsessie houden met de drank om mij heen. Maar Gijs heeft veel leuke verhalen en eigen problemen waar we met veel foute grappen doorheen gaan. Aan het einde van de avond zegt hij: Weet je, ik vind je zonder wijn minstens net zo leuk, Dat is echt wel een majeur compliment.
De volgende ochtend word ik (uiteraard) super fris en fruitig wakker. Het is veel te vroeg en nog niet helemaal licht buiten. Ik trek mijn hardloopschoenen aan en ren bij zonsopgang met de hond 10 km (!!) over het strand, terwijl Gijs nog ligt te slapen. Ik voel mij praktisch onoverwinnelijk. Gelukkig rende ik al voor ik stopte met zuipen, het werkt zo enorm goed tegen klote gedachten en stress. Bij het ontbijt is er gore choco pasta en dat irriteert mij, ik wil Nutella! En veel koffie. Goede koffie, ook als ik er nog eens 10 km voor moet lopen. Gijs moet erom lachen. Hij vertrekt in de loop van de dag. Nu ben ik alleen op mijn Waddeneiland.
Ik denk aan alle keren dat ik op een Waddeneiland was en vooral beneveld was. Ik schrijf ‘ beneveld’ omdat ik zelden echt dronken was, maar altijd in een soort mist verkeerde, er net niet echt bij was. Ik herinner mij dronken avonturen (zoenen met een zeer obese advocaat die daarna liefdesbrieven bleef schrijven, geen idee welke indruk ik hem gegeven heb) en beschamende toestanden (met mijn beste vrienden en kinderen op pad terwijl ik mijn liefdesverdriet elke avond verdronk en op z’n zachtst gezegd onmogelijk was). Daarover later meer, en ook over Tinder. Hoe krijg ik het voor elkaar…? Ik app met iemand die in de verslavingszorg werkt….. kan geen toeval zijn.
Wordt vervolgd!
