De welkomstborrel met de jus d’orange hakt er wel in. Ik moet alle zeilen bijzetten om mij niet uitgesloten te voelen. Tot mijn verbazing drinkt de rest van het gezelschap aan tafel nauwelijks, op 2 mensen na. Ik ontspan een beetje en ontferm mij over de nieuwe vriendin van één van onze kennissen, zij kent helemaal niemand. So far, so good. Ik zit ook aan tafel bij vriend M en Jantien (die van roken en drinken houdt). Zij nemen het er van. Voor de welkomstborrel hebben ze al een paar biertjes gehad en tijdens het diner laten we zich gewillig het een na het andere glas wijn inschenken. Ik houd het nauwlettend in de gaten.
Mijn enigszins obsessieve interesse in hun drinkgedrag verbaast mij, maar ik kan het niet laten . Ik tel de hele week van alle mensen hoeveel ze drinken. Ik moet oppassen ze niet te verbeteren als ze zeggen dat ze gisteren maar twee glaasjes gedronken hebben en ik weet dat dat niet klopt: “het waren er drie en vergeet dat biertje bij de open haard niet”. (Beter van niet, houd je mond!!) Nog los van het feit dat één glaasje wijn eigenlijk twee consumpties zijn. Toen ik erachter kwam dat de Gezondheidsraad adviseert om maximaal 100 ml te wijn per dag te drinken (voor mij zijn dat twee flinke slokken), was ik er sowieso klaar mee. Voor die twee slokken wijn per dag ga ik mijn leven niet meer vergallen.
Terug naar mijn observaties van vriend M en Jantien. Ze veranderen gedurende de avond. Jantien ken ik niet, maar mijn vriend M zie ik veranderen, zijn ogen staan anders, hij is beneveld. Ik vind het naar om te zien en ik kan mij voorstellen dat vriendin B mij ook wel eens zo heeft moeten aanschouwen. Ik vind dat tot de dag van vandaag heel erg. Ik wil niet dat iemand die van mij houdt mij nog zo hoeft te zien. Het is te pijnlijk.
De wintersport ontwikkelt zich tot mijn grote verbazing tot een aaneenschakeling van positieve ervaringen. Elke avond is er een uitgebreid diner, waarbij ik enorm veel plezier heb aan tafel, zonder drank. We klaverjassen elke avond gezellig, zonder drank. We doen een pubquiz en we winnen, zonder drank. Er is een avond disco, ik dans met plezier, zonder drank. Ik heb enorm leuke en inspirerende gesprekken met mensen die ik nauwelijks ken, zonder drank. En ik weet de volgende dag nog exact waar de gesprekken over gingen, zonder drank.
Ik had werkelijk nooit kunnen bedenken dat ik zo veel plezier kon hebben zonder wijn. Het is echt een cognitie waar ik totaal van overtuigd ben geraakt, maar die nergens op gebaseerd is. Ik ben nog nooit nuchter geweest in een gezelschap waar gedronken wordt. Ik ging niet-drinkers uit de weg; dat leken mij suffe en saaie mensen. Het blijkt allemaal niet waar. Ik schrik mij eigenlijk kapot van deze constatering. En realiseer mij dat er nog wel veel werk aan de winkel is. Hoe positief dit ook allemaal is, ik vind het ook hard werken en veel confronterende zaken onder ogen zien.
Wintersport wordt vervolgd!
