En toen was mijn nieuwe leven al weer drie maanden begonnen, en speelt alcohol zo’n kleine rol, dat het schrijven erover vergeten wordt….Ik woon nu drie maanden buiten de stad, in de ‘middle of nowhere’ maar toch in 20 minuten in de stad. En ik ben helemaal op mijn plek. Het is wonderlijk dat ik nog steeds zo verander, ik had toch verwacht dat je boven de 40 redelijk stabiel gevormd bent, maar ik ontwikkel nog steeds, en dat lijkt toch alcoholvrij-gerelateerd.
In mijn uppie draag ik de zorg ik voor een groot (!) huis en nog grotere tuin. (Ik raad alle randstedelingen aan om buiten de randstad te gaan wonen, daar kan dit ‘gewoon’). Ik heb een eigen tuinman en een bosmaaier en een zitmaaier en ik leer hoe ik met al dit spul om moet gaan. Een totale beginner in alles en het maakt mij niet uit. Ik heb de allerliefste buurvrouw, die uitlegt hoe ik de fruitbomen moet snoeien en die elke week potten jam brengt. Bovendien drinken we samen 0.0% IPA, want, je gelooft het bijna niet: zij drinkt (vrijwel) geen alcohol. Thuis loop ik in een overall of oude kleren en klus in de schuur of tuin. Als ik werk in de stad trek ik met moeite een net pak aan. Volgens vriendin B ben ik een transkakker, een kakker die langzaam verandert in een boerin. Eigenlijk een transboerin dus.
En bovenal: ik neem behoorlijk sociale vormen aan. Ik spreek af, thuis en elders, ik ga uiteten, neem initiatief, ga logeren bij vrienden, en date af en toe. Alsof mijn totaal geïsoleerde plek maakt dat ik meer ruimte heb voor anderen. Ik voel me vrij en niet meer opgesloten en ik moet bekennen dat het ook wel erg fijn is dat ik hier geen ‘alcoholverleden’ heb. Het is misschien wat rigoureus, maar het is toch wel erg aangenaam dat er hier geen drank associaties zijn.
Een paar weken geleden ontving ik mijn gehele oude jaarclub hier, op de boerderij. Met een diner en logées. Het was mega leuk, er werd weinig gedronken en degenen die wel een beetje tipsy waren, waren lief, grappig en gezellig. Ik vond het erg hard werken, en heb zeker tien keer gedacht: dit was nooit gelukt als ik nog dronk. Waarschijnlijk had ik van alle spanning en opwinding bij de borrel als een fles wijn achterover gekieperd en was het diner min of meer in het water gevallen. Of had ik ergens op de avond bedacht om een of ander ‘olie-op-het-vuur-onderwerp’ te introduceren. Of was ik gaan huilen. Of kotsen. Of had ik anderzins belachelijk gedrag vertoond. En nu zat ik apetrots op mijn nieuwe stek aan het hoofd van de tafel en dacht: wat een leuke mensen om mij heen. En ik kreeg een kruiwagen voor het land om het huis.
Nou zal je wel denken: jeezzzz, ze maakt er wel een succesverhaal van, zeg. En eerlijk is eerlijk, ik had ook al een heel goed leven toen ik nog wel dronk: goed opgeleid, goede baan. Maar ik zag het nauwelijks en bovendien was ik totaal vastgeroest in hoe de dingen gingen. Werken, wijn drinken, slapen, opstaan, werken, wijn drinken. Sporten ter compensatie, alsof dat alle alcohol neutraliseert.
Intermezzo: op veel dating apps zeggen mannen dat ze van een ‘goed glas wijn’ houden. Alsof er ook mensen zin die graag slechte wijn drinken. En alsof ze één glas drinken. Elke dating app geeft mij als optie om over mijzelf te zeggen of ik een wijnliefhebber ben. Alsof dat een belangrijke asset is. Mannen geven vaak als motto “work hard, play hard” op. Iemand legde mij laatst uit dat dat vaak betekent: ik zuip/ snuif/ vreet te veel, maar omdat ik hard werk, maakt dat -hopelijk- niet uit. Ik heb geknikt en gegniffeld. Dit vond ik vroeger ook over mezelf: carrièrevrouwen mogen veel drinken, want die hebben veel stress, of zoiets vreemds.
Moraal van het verhaal: stoppen met drinken heeft tot ver na de eerste maanden veel positieve effecten en maakt dat je steeds meer wordt wie je eigenlijk bent. Met leuke en minder leuke kanten. En een kruiwagen en een bosmaaier.
Super leuk om te lezen weer. En wat ontzettend mooi alle ontwikkelingen die je doormaakt. Veel geluk in je nieuwe huis!
LikeLike
Thanks!!
LikeLike